289
Vergeleken met de wintertekeningen hadden Molly’s zomercreaties de neiging om meer “lussen” te bevatten, wat volgens de onderzoekers een teken van goed humeur zou kunnen zijn vanwege het weer en de aanwezigheid van meer bezoekers.
Over het algemeen vulden de orang-oetans hun schilderijen met drie hoofdmotieven, die de auteurs van het onderzoek omschreven als lussen, cirkels en “waaierpatronen”. Vergelijkbare tekenstijlen zijn waargenomen bij andere niet-menselijke primaten, waaronder chimpansees, terwijl menselijke kinderen ook de neiging hebben om deze structuren te gebruiken in hun kunst.