Tijdens de COVID-19 pandemie namen veel mensen, die zich in een isolement bevonden, hun toevlucht tot verschillende hobby’s. Entomoloog Clint Penick uit de Verenigde Staten bijvoorbeeld, nam studenten deel aan een uniek project om de gezichtsstructuren van mieren te bestuderen. Na het bestuderen van ongeveer 11.000 gedetailleerde foto’s ontdekte het team een aantal merkwaardige patronen.
Door gebruik te maken van meer dan 150 parameters was het bijvoorbeeld mogelijk om “portretten” van mieren te classificeren en ze in verschillende categorieën in te delen: glad, netvormig, gestreept, gestippeld en bobbelig. Dit heeft geholpen om vragen te beantwoorden over mierengedrag en de rol van gezichtsstructuur bij overleving.
In de volgende fasen van het onderzoek worden modellen op soortniveau vergeleken om de invloed van evolutionaire druk op de ontwikkeling van gelaatstrekken te bepalen.
Sommige soorten bodemmieren hebben bijvoorbeeld opstaande gezichtsruggen die zo dicht bij elkaar staan dat er zelfs geen zandkorrels tussen kunnen komen. Dit suggereert dat de richels de mieren beschermen tegen krassen en schade veroorzaakt door het grove substraat.